Op verzoek van een bedrijf ontwierpen we een demo baan om de principes van de treinbesturing en treinbeveiliging te kunnen laten zien. De baan was aanwezig op de Raildagen 2025.
Daarnaast wordt de baan in de club gebruikt voor het testen van treinen en besturingsmiddelen.

Beveiliging en Verkeersregeling van treinen.
Een belangrijk principe bij treinverkeer is blokbeveiliging. Een baanvak wordt in segmenten (blokken) verdeeld waarin slechts één trein aanwezig mag zijn. De rijwegen van de treinen worden door computers ingesteld. Hiervoor moet bekend zijn waar een trein zich bevindt en in welke richting en met welke snelheid wordt gereden. Op de ringen B1 en B2 kunnen 2 treinen onafhankelijk van elkaar rijden. Er is een station, 2 rangeersporen en een vrije baan. Op het binnenste ovaal kunnen treinen in twee richtingen rijden, op het buitenste ovaal wordt in de klokrichting gereden.

Het voortbewegen van de trein (tractie) gebeurt anders dan in werkelijkheid. De tractiestroom, in modelspoor jargon ‘baanstroom’, wordt via de beide railstaven naar de trein geleid. Door het ECoS besturingsapparaat wordt de baanstroom (18 V) geleverd. Voor de bediening van de wissels stuurt de computer een digitaal signaal naar de decoder (W) die vervolgens het wissel omzet. Voor de bepaling van de plaats van de trein, zijn geïsoleerde railsecties aangebracht. Zodra ze door een trein bereden worden gaat er via een terugmeldmodule (T) een bezet signaal naar de computer. Er staan seinen voor inrijden en vertrekken bij het station en als bloksein op de vrije baan. De computer voorzien van het besturingsprogramma iTrain, stelt aan de hand van een opdracht een rijweg in. Hierbij wordt gecontroleerd of de route vrij is en worden de wissels en seinen aangestuurd. Zodra het sein ‘rijden’ toont  mag de trein vertrekken.